ontlading en afrekening

Honger of niet, de bevrijding van vijf jaar Duitse bezetting en terreur werd spontaan gevierd in de straten, lanen en pleinen van de wijk. Buren sloegen de handen ineen, oud leden van straatcomités zochten elkaar op en met alle middelen die voorhanden waren werd geprobeerd er iets van te maken. Op 12 mei, slechts vier dagen na de intocht van de Canadese bevrijders, werd er feestgevierd en stilgestaan bij de schuilkelder aan het Willebrordusplein, die in razend tempo was omgetoverd tot een tijdelijk bevrijdingsmonument. Voor de kinderen waren er in de daaropvolgende dagen en weken overal in de wijk activiteiten met spelletjes. In de Lisstraat en St. Agathastraat werden lange rijen tafels midden op straat gedekt, waar bewoners samenkwamen voor een feestmaal. Met de hulp van Van der Meer & Schoep werd alle buurtvrouwen, namens de mannen, een bevrijdingsbanket aangeboden. Een uitgebreid programma met activiteiten, waaronder een gekostumeerd voetbaltoernooi, spelletjes, poppenkast, en sportwedstrijden voor kinderen (bij inschrijving een gratis sinaasappel!), en een dansavond voor volwassenen, werd georganiseerd door een gezamenlijk feestcomité op het grasveld bij de Tak van Poortvlietstraat. De zon en regen speelden die dag hun eigen spel, en veel van de met waterverf beschilderde decoraties, haastig in elkaar geknutseld, waren niet bestand tegen de buien. Maar de regen kon de vreugde van het feest niet temperen.

Lees meer »

Bevrijding...of toch niet?

Misschien is de eerste echte meevaller van 1945 wel dat het voorjaar vroeg ontwaakt. De winterkou wijkt in de loop van maart en in de eerste weken van april doen zachte, zonnige dagen hun intrede. Met de ontluikende natuur bloeit ook de hoop op betere tijden even op. Het nieuws gaat rond dat de Geallieerden eindelijk de Rijn zijn overgestoken en dat het noorden van Nederland op het punt staat bevrijd te worden. De val van Berlijn lijkt nog maar een kwestie van dagen of weken, of het nu door de Geallieerden of door de Russen zal worden bewerkstelligd. De schaduwzijde van dit nieuws is dat het westen van Nederland afgesneden raakt van de toevoer van Rode Kruis-voedsel uit de noordelijke provincies, en dat de Duitse bezetters, geïsoleerd in het nog bezette gebied, hard blijven optreden tegen de bevolking.

Lees meer »

Honger en kou

Nadat de aanvoer van goederen na de landelijke spoorwegstaking van september nagenoeg is stilgevallen en nu ook de laatste voorraden aan levensmiddelen, vervoersmiddelen en brandstoffen door de Duitse bezetters gevorderd worden, verslechteren de levensomstandigheden van de bewoners in een rap tempo. De dagen kennen vanaf het najaar van 1944 gasloze uren, tussen de korte momenten met beschikbaarheid van gas waarbinnen de maaltijd bereid kan worden. Dat wil zeggen, wat er dan gekookt kan worden, want de hoeveelheid en diversiteit aan levensmiddelen die nog verkrijgbaar zijn neemt zienderogen af. Winkeletalages raken leeg. Het rantsoen aan aardappelen, het nog meest voedzame hoofdbestandsdeel van de dag, dat in de loop van 1944 al van vijf naar drie kilo per persoon per week was gedaald, wordt verder teruggebracht naar twee kilo per week en in de loop van november zelfs naar 1 kilo. Het broodrantsoen dat voor de razzia al was teruggebracht van 1.800 naar 1.400 gram, wordt begin december verder verlaagd naar 1.000 gram per week.  

Lees meer »

In een neerwaartse spiraal

‘Chris en ik praatten over de knokploeg en vonden 't jammer dat we nog geen 18 waren. Want de mensen van de knokploeg, die deden pas spannend werk. Wij waren onvoorzichtige, ongeduldige knullen, want zonder gedegen voorbereiding pleegden we een overval op een NSB-boer in de omgeving van Schiebroek en Hillegersberg. Wij waren met z'n drieën, Chris was er niet bij. Hij had me zijn revolver gegeven. De boer schreeuwde moord en brand toen er spek en geld door ons geëist werd. Ik wist niet hoe ik het wapen moest gebruiken. De achter de boerderij gelegerde Duitse militairen van een luchtafweerbatterij schoten de boer te hulp. Ik vluchtte op een geleende fiets de omhooglopende toegangsweg af, een kerel op de verkeersweg spreidde z'n armen uit om me tegen te houden, op de sneeuw gleed de fiets weg, die vent rechts van de fiets en ik links. Ik rukte mijn schooltas van de bagagedrager af en vloog het ijs over, de voor-, zij- en achtertuin van een huis aan de andere kant van de vaart door en de Achterplas over. Via de Straatweg en het Muizegaatje ging ik naar Chris, gaf hem de revolver terug en vertelde hem het verloop van de overval. Toen ik naar huis liep, liet onze buurman z'n hond uit en waarschuwde dat de Sicherheitsdienst thuis op me zat te wachten. Ik dwong mezelf om langzaam te lopen. Ik belde aan bij de familie Rombouts in de Schiebroekselaan. Het leek een eeuwigheid te duren. Een SD-auto reed langs toen de huisdeur eindelijk openging. Bij hen heb ik één nacht doorgebracht. De volgende morgen kon ik terecht bij de familie Bantje in de Rodenrijselaan, recht tegenover Chris en de familie Prohn.’ 

Lees meer »

De grote razzia

Terwijl de Duitse bezetters in het nauw gedreven werden door de oprukkende geallieerden, doemde bij hen het besef op van het dreigende gevaar dat een toenemend aantal Nederlandse mannen en vrouwen zich bij het verzet zou aansluiten. De landelijk gecoördineerde spoorwegstaking in september en de geslaagde bevrijdingsactie van de LKP uit het Haagseveer waren na de gebeurtenissen van Dolle Dinsdag duidelijke tekenen van groeiende en steeds professioneler wordende verzetsactiviteiten. In Frankrijk en België hadden groepen mannen eerder al hevige tegenstand geboden door zich na nachtelijke wapendroppings en met informatie uit het illegale geallieerde inlichtingennetwerk gewapend tegen de bezetters te richten. Zo'n scenario moest in het nog bezette deel van Nederland voorkomen worden. Tegelijkertijd bleef de dringende behoefte bestaan aan arbeidskrachten in Duitsland en werd het noodzakelijk geacht om de verdedigingslinies in het oosten van Nederland verder te versterken.

Lees meer »

Silbertanne, Samuel en Sijpesteyn

Op een afstandje zien de bewoners van de Bergsingel hoe in de late ochtend van 24 oktober 1944 de woning op 104a door onbekende mannen, vermoedelijk van de Sicherheitsdienst, opzettelijk in brand wordt gestoken. Er is niemand in het huis aanwezig. De bewoners, de familie Esmeijer, zijn al een tijdje niet meer gesignaleerd, maar de inboedel die aan het vuur ten prooi valt staat er nog bij alsof op ieder moment het gezin zou kunnen terugkomen van een vakantie. Geert Esmeijer, de vader van het gezin en wiskundeleraar van de Christelijke Ambachtsschool verderop schuin tegenover de woning aan de Bergsingel, lag al een tijdje gewond in het Coolsingelziekenhuis werd gefluisterd. Waar de rest van het gezin was leek een zorgvuldig bewaard geheim te zijn.  Hoewel de brandweer al ter plaatse is mag er niet worden geblust. Pas als de brandstichters een signaal geven, en dat volgt als de brand eerst fel om zich heen geslagen heeft, mag aan het bluswerk begonnen worden. Van de inboedel is niets meer te redden. De woning zelf is voorlopig onbewoonbaar.  

Lees meer »

Dolle Dinsdag

De illegale pers neemt het laatste nieuws over de opmars van de geallieerden steeds gretig over. Ieder hoopvol radiobericht van de BBC wordt overgetypt en bereikt via de verzetskrantjes en het geruchtencircuit de bewoners van de wijk. Op zondag 3 september 1944 komt het bericht door dat Brussel is bevrijd. De dag erna is Antwerpen door de geallieerden ingenomen. Met deze snelheid, althans dat wordt gedacht, kan het niet lang meer duren voordat de geallieerden in Nederland zijn. Met de woorden: ‘Nu de geallieerde legers in hun onweerstaanbare opmars de Nederlandse grens overschreden hebben, wil ik u, uit naam van ons allen, hartelijk welkom toeroepen op onze vaderlandse bodem' verspreekt minister-president Gerbrandy zich op maandag 4 september op Radio Oranje. “Overschreden” moet "benaderd” zijn, maar zijn verspreking gaat in de opeenstapeling van alle positieve berichten een eigen leven leiden. Ook de BBC neemt de vergissing van Gerbrandy over. De meest optimistische Rotterdammers rekenen tegelijkertijd door. De volgende dag, 5 september kan Rotterdam dan al bevrijd zijn en op 6 september Utrecht en Amsterdam.  

Lees meer »

In verzet - trouw aan God en Vaderland

Dat de acties van collaborateur Anton van der Waals zo succesvol waren had hij te danken aan het feit dat zeker in de eerste helft van de bezettingsperiode er nog weinig sprake was van een degelijk georganiseerd verzet. Veel verliep nog ongecoördineerd en via slechte onderlinge veiligheidsprocedures. Door onervarenheid en onvoorzichtigheid was het gevaar groot om tegen de lamp te lopen en in handen van de Sicherheitspolizei en SD te vallen. Een overgroot deel van de bevolking onthield zich van openlijke acties die ze in gevaar zouden kunnen brengen en probeerde zo goed als het kon de bezettingsperiode door te komen. Er werd stil geluisterd naar de uitzendingen van de BBC en Radio Oranje en enkelen durfden passief te protesteren door op de verjaardag van een lid van het koningshuis rode, witte en blauwe kleding buiten aan de waslijn te hangen. Maar naarmate de beloofde Duitse welwillendheid richting de bevolking omsloeg naar het verzwaren van maatregelen, het verwijderen van Joden uit de samenleving en het verplicht stellen van werken in Duitsland, groeide de weerstand, maar ook de angst voor represailles.

Lees meer »

V-mann Anton (2)

In zijn rol als infiltrant boekt Anton, tot tevredenheid van Schreieder van de SD al snel resultaat. In en buiten Rotterdam weet Anton, gewapend met een grote hoeveelheid kennis van verschillende ondergrondse praktijken zonder veel moeite zijn doelwitten voor zich te winnen. Bij arrestaties van verzetsleden door de SD laat hij zich meerdere keren in het bijzijn van zijn slachtoffers eveneens arresteren om zo lang mogelijk de schijn op te houden. Met hulp van de SD kan Anton van identiteit wisselen, inclusief vervalste persoonskaarten en andere hulpmiddelen om die identiteit aan te kunnen nemen. Anton van der Waals kan zich gaan voordoen als een uit Engeland gedropte Nederlandse geheim agent die in Nederland het contact moet gaan leggen met mensen uit het verzet.

Lees meer »

V-mann Anton (1)

Bepaald prettige herinneringen had Anton niet aan de H. Bavinckschool. In zijn lagere schooljaren die hij aan de Berkelselaan had doorgebracht voelde hij zich er vaak alleen. Zijn klasgenoten vonden hem een geniepig mannetje. Daarom hij was ze steeds meer gaan vermijden, bang om gepest te worden en voor bange verklikker te worden uitgemaakt. Veel liever speelde hij thuis met zijn meccanodoos. Thuis was Anton geliefd. Z'n ouders hadden er helemaal niet meer op gerekend dat ze na jaren toch nog een vijfde kind mochten verwelkomen in het gezin. Een godsgeschenk vonden ze het. Zijn herinneringen aan hun huis in de Delfgaauwstraat waren wat dat betreft een stuk positiever. Zijn vader, een eenvoudige, maar hardwerkende huisschilder kon nog wel eens boos tegen hem uitvallen en had dan losse handjes, maar zijn moeder was altijd lief en zorgzaam. Ook z'n oudere broers en met name zijn dertien jaar oudere zus ontfermden zich met zorg en liefde over hem. In het gereformeerde gezin van der Waals was Anton het wonderkind. Althans, zo beschouwden ze hem. Zijn handigheid met meccano en later, toen hij opgroeide met het prutsen aan radiotoestellen en motorfietsen moest wel iets van een slimme geest in zich dragen die voorbestemd was om ooit iets belangrijks te gaan doen, hoewel dat er in zijn tijd op de ambachtsschool helemaal niet uitkwam. Daar moest hij de opleiding zelfs verlaten omdat zijn schoolprestaties te lang onder de maat bleven. Zodoende was hij zijn vader, die al wat op leeftijd begon te raken en vaak wat ziekelijk was, maar gaan assisteren bij zijn schildersklussen. Door de crisis lag het werk alleen niet altijd voor het oprapen. Zijn moeder kon voor het gezin met het naaiwerk dat ze deed nog een klein beetje bijverdienen, maar een vetpot was het nooit. Anton moest af en toe noodgedwongen voor steun aankloppen.

Lees meer »

Ondertussen aan de Noorderkanaalweg

‘Rapport over den noodtoestand van de noodwoningen aan de Noorderkanaalweg  Bij mijn veelvuldig bezoek aan de houten noodwoningen aan de Noorderkanaalweg is mij opgevallen, dat hier inderdaad van "nood"woningen gesproken kan worden. Het feit dat verschillende huizen, op het punt van instorten, afgebroken zijn, geeft aanleiding te veronderstellen dat de rest ook wel beneden peil zal zijn. Het geheele houten noodwoningencomplex is feitelijk één kaartenhuis. Door verzakking der fundamenten en het krimpen en zwellen van het hout door temperatuurwisselingen, kan men in de woonkamer zittend, van binnenuit, door de kieren in het houtwerk, naar buiten kijken, hetgeen in de slaapvertrekken hetzelfde het geval is. Bij temperaturen van min 15 graden Celsius geen benijdenswaardige wijze van wonen. Stoken is alleen mogelijk in de woonkamer. Onderstaand eenige punten om aan te toonen, dat de stumperds, slachtoffers van de 14e mei 1940, die na de uitgestane ellende van al hun have en goed verloren, en na langer of korten tijd gezworven te hebben, eindelijk een houten noodwoning toebedeeld zagen, driedubbel het slachtoffer van den oorlog geworden zijn.’ 

Lees meer »

Gedwongen vertrek

Het blijft niet bij het vervangen van hooggeplaatste functionarissen door pro-Duitse figuren in gemeentelijke- of overheidsinstanties. De doorsnee Rotterdammer voelt eveneens de druk om met de Duitse bezetters mee te werken en merkt dat beperkingen gaandeweg toenemen.  In 1941 worden de distributiemaatregelen verder verscherpt. Alle peulvruchten, lucifers, kaarsen, fietsbanden, koffiesurrogaat, melk en aardappelen, alle soorten jam en puree, cacao en cacaoproducten gaan op de bon. In de gelijkgeschakelde pers wordt de schuld gelegd bij de Engelse zeeblokkades, maar in werkelijkheid heeft het veel meer te maken met een grote uitvoer van deze goederen naar Duitsland.Daarnaast nemen de bezetters maatregelen waarbij Joden extra beperkingen opgelegd krijgen. Joodse ambtenaren zijn eind 1940 al uit hun functie ontheven en in het voorjaar wordt aangekondigd dat Joden niet langer meer de bioscopen en theaters mogen bezoeken. Geholpen door de NSB worden kort daarop in alle horecagelegenheden borden met "Joden niet gewenscht” opgehangen. Horecabazen die protesteren kunnen een afrekening van de WA verwachten. Het is nog maar het begin van een reeks van maatregelen die erop gericht zijn om Joden uiteindelijk helemaal uit het openbare leven te verwijderen. 

Lees meer »