In haar boek "het huis aan de Schiekade” schrijft Tonny van der Horst over haar jeugdjaren in onder andere de Willebrordusstraat, waar ze in de jaren '20 woonde en hoe ze na een aantal verhuizingen zo rond haar zeventiende met haar ouders een woning in de Rodenrijsestraat betrekt in de jaren '30. Door het werk van haar vader, variétéartiest, soms geassisteerd door haar moeder en haarzelf waren de inkomsten vaak onzeker. De revues die haar vader zelf schrijft spelen ze in kleine theaters en in bedrijfskantines. Vooral dat laatste valt in het begin van de jaren '30 vanwege de crisis weg, maar gaandeweg lukt het om de eindjes weer beter aan elkaar te knopen. De moeder van Tonny vindt het dan de hoogste tijd - ook voor Tonny om als nette jongedame te kunnen opgroeien - om in het gegoede deel van het Nieuwe Noorden te gaan wonen.
Het lukt om de woning aan de Rodenrijsestraat voor een schappelijke prijs te huren en ‘omdat de straat in het verlengde van de Rodenrijselaan lag, deelden we automatisch het aanzien van de laatste’, schrijft Tonny. ‘We beschikten over een vrij bovenhuis met de luxe van twee WC's, een badkamer en twee verdiepingen. De badkamer, waar nooit een geiser in werd aangebracht had mijn vader bij gebrek aan een zolder voor zijn toneelbenodigdheden geannexeerd. Ik kreeg de zijkamer op de eerste etage met balkondeuren aan de straatkant. De slaapetage was voor mijn ouders en onze kostganger David bedoeld, die een gulden per week huur werd opgeslagen en moest meebetalen aan het abonnement op het Rotterdamsch Nieuwsblad, dat duurder was dan de Voorwaarts, die mijn moeder wegens onze verbeterde levensomstandigheden had opgezegd.’
Voor het eerst betrekken ze een huis zonder alkoof, met de luxe van twee kamers en suite op een verdieping. De meeverhuisde meubels worden door haar moeder voordelig met een andere stof in een motief van de dan heersende mode overtrokken, het buffet wordt omgetoverd tot een dressoir en een kastje wordt omgeruild voor een salontafel met daarop een gehaakt kleedje onder een glasplaat. Een clivia, als goedkoper alternatief van een moderne palm zorgt voor het groen in huis. ‘En toen de nieuwe lamp en de nieuwe gordijnen hingen, het nieuwe zeil en het nieuwe vloerkleed lag, sloegen we diep onder de indruk het resultaat van mijn moeders onverdroten zuinigheid gade en gingen de schuifdeuren tussen de twee vertrekken dicht, om uitsluitend op zon- en feestdagen te worden geopend.’
De moeder van Tonny doet er alles aan om in ieder geval de indruk te wekken dat ze een klein treetje op de sociale ladder gestegen zijn. Het huis is door haar ingericht naar het model van de beschaafde burgerstand en het abonnement op de socialistische arbeiderskrant Voorwaarts is opgezegd. Die past niet langer meer bij de levensstijl die zij met het gezin wil uitdragen.
De editie van het blad Voorwaarts van 4 februari 1931, met op de voorpagina de behandeling van de moordzaak van Gerrit Maliepaard in de rechtbank
De Voorwaarts verloor nog wel meer abonnees in die tijd en ook de S.D.A.P. bleek in de eerste helft van de jaren '30 in een crisis te zijn beland. Het was de partij niet gelukt om te kunnen profiteren van de gevolgen van de instorting van het kapitalistische systeem dat door hun altijd zo betwist werd en nu overduidelijk alle ellende had veroorzaakt. De S.D.A.P. had veel van de verkiezingen van 1933 verwacht, maar was bedrogen uitgekomen. Ten opzichte van 1929, de verkiezingen die niet lang voor de beurskrach op Wall Street gehouden werden had de partij zelfs zetels in moeten leveren. Ook lokaal, tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 1931 had de partij in Rotterdam zetels verloren.
Verschillende groepen kiezers konden zich duidelijk niet meer vinden in waar de S.D.A.P. voor stond. Na de verkiezingen stelde de partij een herzieningscommissie in om antwoord te geven op de vraag of, en zo ja, op welke punten het beginselprogramma van de S.D.A.P. gewijzigd moest worden. Uit het rapport dat later verscheen zou voortvloeien dat de partij haar meest radicale standpunten zou afzwakken en een bredere koers als volkspartij zou gaan varen. Niet langer zouden ze zich slechts inzetten voor de belangen van arbeiders, maar voor een bredere laag van de bevolking. Ook het standpunt t.o.v. de monarchie werd afgezwakt tot het niveau waarbij het koningshuis niet langer afgewezen maar aanvaard werd. Verder liet de partij hun pacifistische standpunten en de strijd voor ontwapening varen, een onderwerp waar de S.D.A.P. altijd fel voorstander van was, maar waar in de publieke opinie vaak anders over gedacht werd.
De hoop was dat kiezers zoals de ouders van Tonny zich in de toekomst beter zouden kunnen identificeren met de gewijzigde partijprincipes, maar desondanks zou de partij een ander deel van haar oude volgers er niet meer mee terugwinnen. Een kleine groep koos juist liever voor een radicale koers, waarin de parlementaire democratie als instituut verworpen werd, bijvoorbeeld zoals dit werd uitgedragen door de communisten, die hun aanhang juist hadden zien groeien.
Splinterpartijen, zowel aan de uiterst linker- als aan de uiterst rechterzijde van het politieke spectrum die de parlementaire democratie verwierpen hadden voor zover ze in de jaren ‘20 en daarvoor al bestonden, nog nauwelijks een rol van betekenis gehad, maar met de opkomst van de fascistische beweging in Italië, het nationaal socialisme in Duitsland en het al langer bestaande communisme werd een steeds grotere groep Nederlanders ontvankelijk voor een andere zienswijze. Zij zagen in deze bewegingen een beter alternatief dan het worstelende parlementaire stelsel met het bezuinigings- en aanpassingsbeleid van Colijn en zijn regering.
De meest opvallende en aanvankelijk meest succesvol opkomende splinterbeweging binnen deze groepen was de NSB. Zeker in Rotterdam. Na de oprichting van de eerste Rotterdamse afdeling in 1932, met een lichting van ontevreden leden uit de middenklasse van handelaren, winkeliers en kantoorpersoneel en een groep hoger geplaatste industriëlen en officieren, groeit het aantal leden er sneller dan het landelijke gemiddelde.
Toch roept de beweging, zoals ze zich noemen, ook meteen vanaf het begin bij een flink deel van de bevolking een grote weerstand op. Voor een belangrijk deel komt het voort uit de voorliefde van de leden voor het dragen van uniformen, de hang naar orde, discipline, tucht en krachtig leiderschap en de onderlinge fascistische “hou zee” groet, met de schuin omhoog gestrekte rechterarm. Regelmatig zijn er relletjes met NSB’ers die op straat hun blad Volk en Vaderland aan de man proberen te brengen en met leden die huis-aan-huis hun gedachtengoed komen verkondigen. De opstootjes met colporterende NSB’ers en de vechtpartijen tijdens vergaderingen in hun centrale “kringhuis” werken als olie op het vuur en de NSB rechtvaardigt hiermee het organiseren van een eigen “weer afdeling” (WA) die ze als ordebewakers gaan inzetten bij hun activiteiten. Het fanatisme en de aanhang groeit er verder door. De Rotterdamse activiteiten zijn zelfs zo succesvol dat de organisatie uitbreidt naar sub-districten met ieder een eigen kringhuis. Voor het noordelijke stadsdeel wordt hiervoor eerst het pand aan de Bergweg op de hoek van de van den Hoonaardstraat op nr 217 gehuurd en na 1937 het pand aan de Bergweg op nr 166. Rellen en provocaties blijven ook aan beide adressen aan de Bergweg niet uit. Regelmatig moeten agenten van het politiebureau Bergsingel uitrukken om orde op zaken te stellen.
1935 - het NSB kringhuis op de Bergweg en hoek van de van den Hoonaardstraat
In 1935 bereikt het aantal leden van de NSB in Rotterdam een hoogtepunt met ruim 5.300 geregistreerde aanhangers. Daarna loopt het ledental terug. Er ontstaan twijfels bij NSB’ers die moeite hebben met de pro-Duitse koers die beweging blijft navolgen terwijl Nazi-Duitsland zich in Europa steeds agressiever begint te gedragen. Het ledental binnen de NSB dunt vanaf dat moment langzaam uit tot een relatief kleine groep geïsoleerde fanatiekelingen. Dit restant van aanhangers krijgt het nog moeilijker wanneer de Nederlandse regering eind augustus 1939 besluit te mobiliseren. Vergaderingen van de NSB worden vanaf dat moment verboden en de Nationaal-Socialistische afdeling Jeugdstorm moet worden opgeheven. Tegen die tijd is het dan al meer dan duidelijk geworden dat een nieuwe oorlogsdreiging Europa de komende tijd in zijn greep zal houden.
Reactie plaatsen
Reacties