Buurtvereniging “het Noorden” heeft eind 1918 al een behoorlijke staat van dienst. Oorspronkelijk was de vereniging in 1898 als Oranjevereniging opgericht met als doel het nationale feest ter ere van de troonsbestijging van Wilhelmina voor het toen nog veel kleinere noordelijke stadsdeel te organiseren. Nadat de festiviteiten succesvol verlopen waren en de vereniging haar doel bereikt had gingen er al snel stemmen op om een nieuwe vereniging op te richten met een breder pakket aan taken en doelstellingen. Op 22 maart 1900 kreeg de nieuwe organisatie koninklijke goedkeuring op haar statuten. Officieel: 'het behartigen der belangen van het noorder stadskwartier, het aankweeken van liefde voor het Huis van Oranje en het inrichten en onderhouden van een bibliotheek ten behoeve der leden.' Al kort na de oprichting breidde het takenpakket zich verder uit en met de bouw van het Nieuwe Noorden breidde ook het gebied en het ledental fors uit. Op het hoogtepunt waren dat er zo’n 400 die vervolgens weer onderverdeeld waren in sub-verenigingen uit de liberale, katholieke, hervormde en gereformeerde zuilen. Alle sub-verenigingen, met leden uit de lagere en hogere middenstand, hadden een eigen rol en waren allemaal Oranjegezind. Socialisten zag je er niet. Onder de lage middenstand en arbeidersklasse waren veel socialisten te vinden, maar als vanouds hadden zij weinig op met het koningshuis.
De focus van het hoofdbestuur van de buurtvereniging verschoof naar mate het ledenbestand en de onderafdelingen verder groeiden steeds meer naar het voeren van een dialoog met het gemeentebestuur en de afdeling Plaatselijke Werken. Steeds vaker ging het daarbij om kwesties die de leefbaarheid en het gezicht van het Nieuwe Noorden moesten verbeteren. De vereniging schuwde de krant niet en met diverse ingezonden stukken, gericht aan het gemeentebestuur werden op dwingende toon prangende kwesties aangekaart. De zware economische omstandigheden tijdens de mobilisatiejaren en de langslepende eigendomskwestie met grondeigenaar van Tussenbroek hadden het geduld van het hoofdbestuur van de vereniging vaak behoorlijk op de proef gesteld. Zo hadden ze lang moeten strijden voor de in dienststelling van tramlijn 11 om de wijk uit haar isolement te halen, liet de vereniging zich voortdurend uit over het aanpakken van verzakkingen en wateroverlast in de straten en stelden ze regelmatig onveilige verkeerssituaties aan de kaak. Ook de beloofde aanleg van het groen in de lanen en langs de Bergsingel liet in de ogen van het verenigingsbestuur veel te lang op zich wachten. De Schiebroekselaan en de Berkelselaan tussen de Bergsingel en het Lisplein lagen er weliswaar redelijk aangelegd bij, maar de Bergsingel zelf en delen van de middenberm van de Bergselaan lagen er lang bij als een stuk verwaarloosd akkerland. Dit was, crisis of niet, een onacceptabele situatie. Tijdens de verschillende bestuursvergaderingen van de vereniging in de bovenzaal van café Bellevue werd er schande over gesproken.
De beloofde statige uitstaling van de Bergsingel zou zelfs nog een nieuwe knauw krijgen. Een andere kwestie die de buurtvereniging ter ore was gekomen, niet lang nadat de gemeenteraad in 1917 toestemming had gegeven voor de exploitatie van het laatste deel van het Insulinde plan, betrof de verkoop van een perceel langs het nieuwe stuk aan de noordzijde van de Berkelselaan. Dit deel, tussen de Bergsingel en het spoorviaduct, bleek door Insulinde aan de firma Peek & Cloppenburg te zijn verkocht met het doel om er in de toekomst een confectiefabriek te bouwen. Het idee van een fabriek in dit deel van de wijk, waar bewoners op stand wonen en waar arbeiders dagelijks door lanen en langs de singel naar hun werk zouden gaan lopen was zeer tegen het zere been van de buurtvereniging. Via de welstandscommissie kon de gemeente nog invloed uitoefenen op het uiterlijk van het gebouw, maar nergens was bepaald dat Insulinde het terrein alleen voor woningbouw mocht verkopen. De gemeenteraad werd door de vereniging dringend verzocht zich beter te realiseren dat dit in de toekomst nooit meer mocht gebeuren.
In aanloop naar de jaarlijkse Koninginnedagvieringen op 31 augustus, met uitzondering van de mobilisatiejaren toen er geen er festiviteiten waren, richt de buurtvereniging zich weer tijdelijk volledig op haar oudste taak. Intussen heeft het Noorden een reputatie van uitgebreide en uitbundige Koninginnedagfeesten opgebouwd. De afvaardiging die verantwoordelijk is voor de Oranjefeesten is jaarlijks wekenlang in touw om alles in goede banen te leiden. Zo moeten er optochten en wedstrijden georganiseerd worden en moet er een commissie worden aangesteld die erop toeziet dat de straten versierd worden. Bewoners van sommige straten, vaak zelf weer onderling georganiseerd in straatverenigingen, trekken alles uit de kast om hun straat in een bepaald thema op te tuigen. Dagen van te voren wordt aangevangen met het aanbrengen van versieringen en het geld dat nodig is voor de materialen is in de weken die daaraan vooraf zijn gegaan via collectes langs de voordeuren bij elkaar gebracht. Bewoners van de Schieveenstraat en Ackersdijkstraat zijn hier het meest fanatiek in en hun straten zijn jaarlijks heel royaal versierd. De straatverenigingen van de Ackersdijkstraat (het zijn er in totaal drie!) organiseren daarnaast gedurende de dag allerlei activiteiten. Jaarlijks, nadat de dag in alle vroegte is begonnen met een vlaggenoptocht, is de Ackersdijkstraat het decor voor spellen als mastklimmen, touwtrekken en hardlopen en kunnen er prijzen gewonnen worden. In de avond zijn er prijzen te vergeven voor deelnemers die met de origineelste lampion tijdens de lampionnenoptocht door de straat trekken. Als klapstuk wordt daarna de straat verlicht met als stralend hoogtepunt de door de bewoners gebouwde elektrisch verlichte erepoorten die in de vorm van een kasteel, een miniatuur van Huis ten Bosch en een poort met een uitbundig gedecoreerde letter W op de hoeken van de staat staan.
De Ackersdijkstraat heeft jaarlijks zo z’n eigen programma en het is één van de plekken in het noorden waar je je een groot deel van de dag kunt vermaken. Buurtvereniging “het Noorden” laat de dag van tevoren via de kranten precies weten waar en wanneer er wat te doen is, zodat niemand iets hoeft te missen. Sowieso willen de meeste bewoners overal wel even geweest zijn of minstens gezien hebben hoe andere straten in de buurt zijn versierd.
Twee foto's van koniginnedagversieringen in de Ackersdijkstraat, begin jaren '20. Op de eerste foto poseert een afvaardiging van buurtvereniging "het Noorden" onder de poort in het deel tussen de Berkelselaan en de Delfgaauwstraat. De andere foto is een briefkaart met een afbeelding van de poort in de Ackersdijkstraat tussen de Bergselaan en de Willebrordusstraat. Achterop de briefkaart vermeldt de schrijfster: 'Geachte Mevrouw, Ik gebruik hier een kiekje van onze straat voor zoo als zij versierd was voor de Koningin. ’t Was werkelijk een mooi gezicht, dat sparregroen met die oranje bloemen. Ontvang ons aller hartelijke groeten. PS Onze kinderen staan er niet op, wij waren juist naar de versiering der andere straten kijken.'
Naast de festiviteiten van de straatverenigingen zijn er een vast aantal terugkerende activiteiten die centraal door buurtvereniging “het Noorden” georganiseerd worden. De dag begint om 7 uur 's morgens op verschillende verzamelplaatsen met het aantreden van honderden kinderen die vervolgens luidruchtig met vlaggen, toeters en een mondharmonicakorps de straten van het Oude en Nieuwe Noorden afgaan. Zingend galmt fanatiek ’t is Oranje, 't blijft Oranje, 't is Oranje boven, al wie geen oranje draagt, die stoppen we in de oven' door de twee noordelijke wijken. En wat brutaler 'Alle socialisten in een harington'. Later in de ochtend staat het Noorden in het teken van de optocht, meestal in een sprookjesthema die met een muziekkorps en door paarden getrokken praalwagens vol verklede kinderen door de straten trekt. In de Rotterdamse Schie worden in de middag zwemwedstijden en een waterpolowedstijd georganiseerd en voor kinderen zijn er bioscoopvoorstellingen in het Transvalia gebouw aan de Bergweg. De cafés en voormalige theetuinen aan de Bergweg beginnen zich in de loop van de dag te vullen en als de avond aanbreekt vertrekt het publiek na de lampionnenoptocht in de richting van het Liswater voor het vuurwerk. De Bergselaan en de Noordsingel zijn feestelijk elektrisch verlicht. De Bergselaan tussen het Lisplein en de Rodenrijselaan is dan op z'n mooist. De twee dubbele rijen met jonge bomen aan weerszijden van de trambaan zijn met ijzerdraad aan elkaar verbonden en volgehangen met kleurrijke lampionnen en het verkeerspleintje met het ronde plantsoen in het midden van de keerlus van tramlijn 11 is één grote bloemenzee. Voor degenen die na het vuurwerk nog niet huis naar willen is dit de plek om nog even rond te hangen. Veel volwassenen en kinderen maken nog een wandeling langs de verlichte laan, de straten met verlichte erepoorten en de singels en maken het laat die avond. Voor de meeste kerkelijke laan- en singelbewoners is dit een van de weinige gelegenheden om de touwtjes wat te laten vieren en voor kinderen is het de laatste dag van de schoolvakantie. Op 1 september begint het nieuwe schooljaar weer.
Een blik vanaf het Lisplein op de Bergselaan (foto 1) en de Schiebroekselaan (foto 2) in het begin van de jaren '20. Langs de trambaan in de Bergselaan ligt aan weerszijden tussen de bomen een wandelpad. Het ronde verkeespleintje op de voorgrond is voorzien van een plantsoen met bloemen. Ieder jaar op koninginnedag ligt het er samen met de aangebrachte feestverlichting tussen de bomen op z'n mooist bij.
De buurtvereniging krijgt vanaf de tweede helft van de jaren ‘20 een kleinere rol in het organiseren van festiviteiten. De Koninginnedagviering krijgt een centraler karakter, waarbij de organisatie voor een belangrijk deel komt te liggen bij de Rotterdamse afvaardiging van het nationaal comité ter behartiging van nationale belangen. Een feestrit met bloem-versierde auto’s die in voorgaande jaren al enkele keren door de binnenstad was gegaan, wordt in opdracht van het comité flink uitgebreid naar een route langs alle stadsdelen. Deze optocht zal vanaf dat moment het hoogtepunt van de dag moeten gaan vormen en om dit mogelijk en voldoende aantrekkelijk te maken krijgt het Rotterdamse bedrijfsleven een oproep om deel te nemen aan de stoet. Daar wordt gretig gehoor aan gegeven en de bloemencorso-achtige stoet waarin auto’s ooit zelf nog de attractie waren groeit op deze manier uit tot een lange reclamestoet met motoren en rijkversierde bedrijfsvrachtwagens. Voor het publiek is het een spektakel om te zien, blijkt uit het verslag uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 1 september 1926. In die feestrit maakt de uitbundig gedecoreerde vrachtwagen van brouwerij d’Oranjenboom met een groot met bloemen versierd biervat en een troon waarop de figuur Cambrinus in een roodfluwelen hermelijnen mantel het bierglas heft volgens de redacteur erg veel indruk. Er rijdt een wagen van Ringers 'met herauten en lieftallige meiskes'. De Bataafsche Import Maatschappij rijdt in een met dahlia’s versierde bedrijfswagen. Van Doorn’s Speculaas heeft 'een opvallend grooten neger' op de achterzijde van hun versierde wagen staan. Wagens van onder meer de Underwood Standard Typewriter, Van Rossem’s Koffie en de Egyptian Cigarette Company zijn rijk versierd. Opvallend zijn de twee wagens van Van Kleef’s Exportslachterij met levende koeien en kalveren en de twee wagens van de Vleeschmaatschappij Holland met levende koeien en varkens die allemaal tussen gele en paarse dahlia’s en stukken groen staan. Wat minder in de smaak valt de wagen van Van Buuren, waarop een tafereel wordt uitgebeeld met een ter dood veroordeelde man tussen een groep soldaten en een beul met hakbijl, voorzien van de reclametekst 'zijn laatste wensch was een van Buuren’s boterletter'.
Jaarlijjks vertrekt de stoet vanaf de Parkkade, gaat dan door het centrum, vervolgens via de Bergweg, de Bergsingel en Berkelselaan naar het Lisplein en houdt pauze bij het Liswater. Het comité gaat daar op de koffie bij de voorzitter die aan het Lisplein woont, terwijl het publiek uit het Nieuwe Noorden zich in de tussentijd uitgebreid kan vergapen aan de stoet en de pauzerende deelnemers. Na een half uurtje vertrekt de feestrit weer naar het volgende deel van de stad. Het publiek in de wijk zoekt daarna de café's op en op kleine schaal worden de kinderen vermaakt met spelletjes. 's Avonds wordt het jaarlijkse vuurwerk aan de Nieuwe Maas bij de Boompjes afgestoken.
Reactie plaatsen
Reacties